De Routing tabel dicteert waar alle pakketten gaan als ze uw systeem te verlaten. Op de meeste omgevingen, zullen alle pakketten die je systeem laten worden doorgestuurd naar uw router of hub, en van daar uit naar het internet.
In sommige omstandigheden kan je een test netwerk geconfigureerd naar een andere omgeving dupliceren, of je kan het configureren van een meer complex netwerk topologie dat het gebruik van extra routes vereist. Het toevoegen van routes naar uw machine is een handig hulpprogramma voor het testen een aantal van deze situaties.
Syntax:
route add xxx.xxx.xxx.xxx MASK xxx.xxx.xxx.xxx xxx.xxx.xxx.xxx
Means:
route ADD "netwerk" MASK "subnet mask" "gateway ip"
Bijvoorbeeld, als je op het 192.168.1.0 netwerk, en je had een gateway 192.168.1.12 geconfigureerd om de 10.10.10.0/24 toegang tot het netwerk, zou u gebruik maken van een route verklaring toe te voegen als volgt:
route ADD 10.10.10.0 MASK 255.255.255.0 192.168.1.12
Je routing tabel moet nu bedenken dat veranderen, en al het verkeer naar de 10.10.10.X range wordt nu verzonden naar de gateway machine.
De route add verandering zal alleen maar blijven over reboot als je het toe te voegen met de-p vlag, zoals in het volgende:
route-p ADD 10.10.10.0 MASK 255.255.255.0 192.168.1.12
Keine Kommentare:
Kommentar veröffentlichen